Leerstijlen

De Amerikaanse psycholoog David Kolb ontwikkelde, samen met Roger Fry in de jaren zeventig van de vorige eeuw een model ten behoeve van een effectief leerproces. Dit management model, het Experiential Learning Model (ELM), is cyclisch en staat ook bekend in de wetenschap als de leerstijlen van Kolb. Door de leerstijlen van Kolb, wat tevens een leercirkel is, wordt het duidelijk dat er niet slechts één manier van leren is, maar dat er meerdere methoden zijn en dat elk individu zijn eigen voorkeur leerstijl heeft.
(Mulder, P. (2013). Leerstijlen van Kolb. Retrieved [insert date] from ToolsHero: https://www.toolshero.nl/management-modellen/leerstijlen-van-kolb/)

David Kolb ontdekte dat trainers geneigd zijn om voornamelijk de leerfase toe te passen waar ze zelf sterk in zijn. Deelnemers hebben zelf vaak ook de neiging om te leren volgens 1 bepaalde leerstijl. Volgens Kolb is het juist goed om ook aandacht te besteden aan manieren van leren waarin de deelnemer minder goed is. Het komt er op neer dat je je leerdoel op alle 4 de manieren aanbiedt. Dit zorgt niet alleen voor herhaling van de lesstof maar ook diversiteit in benadering van de lesstof. We bespreken de 4 leerstijlen en zoeken naar manieren waarop ze toegepast worden binnen zeiltraining.

Leerstijlen en cyclus van Kolb

Beschouwer

De beschouwer wil vooral eerst even kijken hoe anderen het doen en er even over na kunnen denken. Beschouwers willen niet opgejaagd worden. Didactische werkvormen die passen bij de beschouwer zijn een voorbeeld geven, zelf voordoen, of een andere deelnemer een voorbeeld laten geven.

Denker

De denker wil eerst goed begrijpen wat de bedoeling is en het concept snappen voordat zij tot actie over gaan. Ze hebben de behoefte veel vragen te stellen en wil graag heldere doelen, theorieën en modellen.

De didactische werkvorm die past bij de denker is het uitvoerig bespreken van de theorie en onderwijsleergesprekken waarbij de deelnemers worden aangezet om zelf na te denken over mogelijke oplossingen.

Beslisser

De beslisser probeert graag theorieën uit in de praktijk, ze nemen graag het initiatief. Zij leren het beste aan de hand van duidelijk en beknopt geformuleerde regels en principes, die ze meteen kunnen toepassen.De werkvorm die hier goed bij werkt is het geven van een duidelijke opdracht en kort het principe van de oefening toe te lichten of de regels waarbinnen de opdracht plaats vindt.

Doener

De doener is iemand die graag concreet aan de slag gaat en nieuwe situaties als een uitdaging ziet. De doener kenmerkt zich door meteen in de boot te willen springen wanneer je een opdracht beschrijft. Het liefst nog voordat er voldoende uitleg gegeven is. De doener ervaart uitgebreid uitleg geven als het verklappen van de oplossing die hij graag zelf wil ontdekken.

Didactische werkvormen die passen bij de doener zijn dan ook het geven van opdrachten waarin de lesstof geoefend kan worden.

Cyclisch

De leerstijlen zijn cyclisch, het maakt niet uit waar je begint, maar bij voorkeur wordt wel de vaste volgorde aangehouden. Ookal heeft iedereen een voorkeur voor een leerstijl, toch is het voor iedereen goed om wel alle leerstijlen te doorlopen.

Opbouw van een les

Om dit te vertalen naar een opbouw van een les of training op het water kan je de volgende structuur aanhouden:

  1. Van te voren, op een rustige plek uitleg geven over de doelen van de les en welke principes er toegepast gaan worden. Je geeft de mogelijkheid om vragen te stellen en zorgt voor duidelijke doelen. (denker)
  2. Op locatie geef je duidelijk aan wat het doel en de bedoeling is van de opdracht en waar het lesmoment om draait. (beslisser)
  3. Je laat iemand die het graag wil proberen het een keer doen (doener), waarbij anderen kunnen kijken
  4. Tijdens het voorbeeld benoem je nog even de valkuilen waar op gelet moet worden (beschouwer)