Lift en Drag

Wat we van het vorige hoofdstuk weten is dat er met het Coanda effect en afbuiging verschillende krachten op het zeil wordt uitgeoefend. Dit verhaal concluderen we met een vector die vanuit het zeil schuin naar voren wijst. Dit is vergelijkbaar met een vliegtuigvleugel waardoor dit resultaat “Lift” genoemd wordt.

Dit filmpje geeft een indruk van wat we bedoelen:

Lift en Drag

D = Drag
L = Lift
Fr = Voorwaartse kracht
Fh = Hellende kracht
Ft = Resulterende kracht van de wind op het zeil

Er werken dus eigenlijk twee krachten op het zeil, de wind stroomt langs het zeil en wordt afgebogen, de krachten die hierdoor ontstaan noemen we Lift. Maar de wind zelf is ook gewoon een kracht die in dezelfde richting van zichzelf de boot opzij duwt. Dit noemen we Drag. Zoals we twee krachten op een punt kunnen optellen, doen we dat hier ook en zo krijgen we de resulterende kracht van de wind op het zeil (Ft).

Deze kracht kunnen we vervolgens ontbinden in een voorwaartse kracht (Fr) en een kracht die er voor zorgt dat de boot schuin gaat, helling (Fh). Dit doen we alleen om te laten zien hoe effectief de kracht van de wind benut wordt, dus hoeveel van de kracht uiteindelijk gebruikt wordt om vooruit te gaan. Hoe groter deze vector in verhouding is met de Hellende kracht, hoe effectiever er gebruik gemaakt wordt van de wind.